Zonder trommels en trompetten.

Inspiratie: een mopje van mijn papa, een tuinfeest en die ziekte die overal is of lijkt te zijn.

I

“Wat denk je dat er na de dood is?”

De gesprekken stokken. Verstomde blikken en gespitste oren richten zich naar Maud en Mieke, terwijl zinnen mompelend worden afgemaakt. “Dat heeft niemand me ooit gevraagd,”. Miekes ogen staan wazig. Ze kijkt de kamer rond en ziet hoe haar familie en vrienden krampachtig in gesprek blijven. Eén mondhoek gaat omhoog. Ze neemt een slok wijn.

Lees verder

Een bergmeertje

Fietsend tussen de velden zing ik luidop mee, mijn hoofdtelefoon op mijn oren. Vals, zoals dat in films gebeurt en altijd grappig is. Het is niet grappig. Ik zing van “miserryyy”. Dat heb ik nog nooit gedaan. Om de bocht wandelt een man met een hond. Een belachelijk kleine hond. En lelijk, nota bene. Hij kijkt en knikt, de man, en ik lach hem breed toe, met de tranen hoog in mijn ogen. Het kan me geen barst schelen dat hij mijn valse, gebroken stem heeft gehoord achter de bomen. Hij was misschien bang dat hij overvallen zou worden door een wilde gek. Ik hoop dat hij bang was. En opgelucht toen hij die verwaaide griet om de hoek zag komen waaien.

Lees verder

Daar ben je

De ochtend was te kort. Het was al na tienen toen je wakker werd. Je veranderde driemaal van outfit. Je hebt je haar in verschillende kapsels willen wrikken. Het hangt nu los, je wrijft de gebleekte lokken onhandig achter je oren. De middenscheiding die je als kind haatte, is vandaag je handelsmerk. Je lipstick, bordeauxrood, heb je in twee lagen aangebracht. Die gaat nergens heen. Niet naar de korst van een broodje, de rand van een glas. Niet naar mannenlippen.

Lees verder

Houden en zien.

Hij hield van het meisje, dat deed hij dan ook.
Houden en houden en inhouden.
Hij kon er niets aan doen.
Tot hij het niet meer uithield. Dat zij nooit van hem houden zou.

Toen zag hij een ander graag.
Zien en zien en zien.
Hij bleef kijken.
Tot geen enkel ander beeld hem nog voldoening gaf.

Blauw.

Die eerste ochtend was alles
blauw. Mijn bed, de grond,
het tapijt en de gordijnen.

Ik keek naar buiten en
naast de blauwe boom in
onze blauwe tuin stond jouw
blauwe auto.

Ik liep langs je kamer.
Ik fluisterde jouw naam.
Slechts het blauwe duister
fluisterde terug. Ik ben
zo blauw zonder jou.

Feest der letters, dans der woorden.

Het feest der letters ging van start en de letters druppelden binnen. ‘Het zijn er toch maar zesentwintig?’ denk je, maar het zijn er zoveel meer. Elk heeft zijn eigenheid. Zijn er dan niet meerdere Sara’s op de wereld? En kruisten al niet meerdere Tom’en jouw pad? De kans is groot dat jouw vader net als de mijne Dirk heet, of Marc, Luc of Jos. En je mama Ria of Marleen of Lieve. Allen zijn zij anders, dat hoef ik je niet te vertellen.

Lees verder

In een leven.

Ana is twaalf en droomt maar van één ding: Lode. Een kameraad van haar drie jaar oudere broer. Vijftien is hij en onmogelijk. Vijftien, mooi, stoer en onmogelijk.

Ana is vijftien en droomt nu eens van Pieter, dan eens van Laurens, dan weer van Michiel.. Oh, en soms nog eens van Lode. Ze kwam hem tegen op haar eerste fuifje. Hij was vriendelijk, ze praatten een beetje en Ana zweefde naar huis.

Lees verder

The Perks of being a Wallflower

It was my third day in Londen (in september 2012) when I walked into a bookshop and saw a book that I wanted to read just because I liked the cover so much. Its titel was The perks of being a wallflower, written by Stephen Chbosky, a man I had never heard of before. The back cover told me it was some kind of coming-of-age story about a boy named Charlie, who is afraid to start highschool because he hasn’t got any friends and isn’t really the popular kid. If the story turned out to be bad, at least I had the cover to look at.

Lees verder

Tripping again

Londen 2012

Woensdag ben ik hier één maand. Ik ga niets zeggen over de tijd die al dan niet vliegt.

Voilà. Stilte.

Wat heb ik dan nog uitgevreten intussen? Niet altijd even veel, dat geef ik toe. Lezen, pogingen tot thesis‘en, uitjes in the neigbourhood and in tha city, mijn au pair-job (jammer dat ik van de kinderen geen foto’s op het net mag plaatsen, want ik heb al enkele pareltjes) én mijn eerste bezoek, jawel!

Lees verder