Inspiratie: een mopje van mijn papa, een tuinfeest en die ziekte die overal is of lijkt te zijn.
I
“Wat denk je dat er na de dood is?”
De gesprekken stokken. Verstomde blikken en gespitste oren richten zich naar Maud en Mieke, terwijl zinnen mompelend worden afgemaakt. “Dat heeft niemand me ooit gevraagd,”. Miekes ogen staan wazig. Ze kijkt de kamer rond en ziet hoe haar familie en vrienden krampachtig in gesprek blijven. Eén mondhoek gaat omhoog. Ze neemt een slok wijn.
