Bij je geboorte had je al dik zwart haar. Andere baby’s worden met een nagenoeg kale kop geboren maar toen jij je een weg baande van de moederschoot naar de badkuip waarin je moeder lag te bevallen, riep de vroedvrouw: “’t is een harige!” Je moeder dacht dat je een meisje zou zijn omdat ze had gedroomd van een dochter, de dag voor ze ontdekte dat ze zwanger was. Maar je was een jongen en het heeft nog een halve dag geduurd voor de verpleegster een naam op je polsbandje kon schrijven want bij het bepalen van een jongensnaam had je moeder geen haast gehad. Ze noemde je Sam. Je vader had je verwekt op een van de eerste lentedagen en was toen voor een jaar van het toneel verdwenen maar was blij verrast toen hij bij terugkomst vader bleek te zijn geworden en je moeder hem zonder meer terug in huis nam. Ze zag hem zelfs graag en ze trouwden toen je in staat was tien meter te wandelen zonder op je kont te vallen zodat je voor hen uit kon gaan op de rode loper. Je haar hing al over je oren en je riep aldoor ‘mama’ en ‘papa’. Je broer zat toen reeds in je moeders buik en ook toen dacht ze dat het een meisje was. Ze wist zelf niet waarom ze zo graag een dochter wou. Misschien omdat ze zelf drie broers had. Ze hield van jullie en maakte er geen probleem van dat jullie met haar oude poppen speelden en eigenlijk was ze heel erg blij toen bleek dat je broer homo was want zo kreeg ze toch een schoonzoon. Van schoondochters had ze schrik omdat ze dacht dat ze haar kinderen zouden afnemen. In schoonzoons zag ze dit gevaar niet. Het was een gek figuur, je moeder.
Beneath the stars came fallin’ on our heads. But they’re just old light, they’re just old light
Je broer was de rust, jij de furie. Je beleefde een jeugd van vechten en trekken aan het haar dat jullie beiden weelderig bezaten. Tegelijk een jeugd van liefde voor elkaar want wie dacht je broer te moeten jennen, kreeg het met jou aan de stok. Je was de schrik van de school. Je had nepvrienden die bang van je waren en meisjes die je aanbaden. Maar je keek niet op of om en groeide op in een roes van bomenklimmen, voetballen en luidemuziekluisteren.
Your hair was long, when we first met.
Na vijftien jaar van vallen en opstaan ontmoette je een meisje. Je lokken vielen toen al op je schouders maar hààr haren verborgen zelfs haar prille borsten. Je kuste haar voor het eerst op je zestiende verjaardag, toen de regen met bakken uit de lucht gutste. Ze had een taartje voor je gekocht dat ze je gaf onder een luifel in de stad en je keek ernaar en zei dat het leuk was maar ze zag dat je niet wist wat ermee aan te vangen. Jullie hebben het toen samen opgegeten en ze likte de slagroom van je neus en je hebt haar het chocolaatje gegeven waarop in sierige letters Happy Birthday stond want je had gehoord dat alle vrouwen van chocolade hielden en voor jou hoefde het toch niet zolang je maar de krokante bodem had. Ze nam je mee op wandel en had gelukkig een grote paraplu bij. Onhandig legde je je arm rond haar schouder zodat jullie beiden de dikke druppels die van het scherm vielen niet hoefden te voelen op jullie arm. Je hoorde de regen tikken zoals thuis op het schuine plafond van je slaapkamer en hield er stiekem van.
But the history books forgot about us, and the bible didn’t mention us.
Je was verliefd en dat haatte je. Je had nog nooit zoveel gevochten. Je ging naar luide concerten. Je dronk en je rookte. Je wilde haardos krulde op je rug. Je baard liet je kort staan. Je eerste borstharen groeiden. Je meisje probeerde je soms te sussen. Je trok haar aan en stootte haar af. Zij ging weg en kwam terug. En nog eens. Je hield haar nu vast en dan schudde je haar dooreen. De outing van je broer maakte je woedend. Je verweet hem en verafschuwde hem. Toen hij door enkele klasgenoten werd uitgemaakt, ging je er echter op af. Het kostte je haast je diploma. Je was bijna achttien. Je koos te gaan werken. Je voelde de energie in je borst borrelen en werkte hard en veel. Je meisje vergat je en ging met een andere jongen heen. Je werd er kwaad van. Soms betrapte je jezelf erop verdrietig te zijn. Je ging sporten als een zot. Je kreeg spieren en werd een man. Je moeder keek naar je en besefte dat ze allesbehalve een dochter had gekregen, achttien jaar geleden, maar ze hield ontzettend van je. Ze zag je zoeken naar je weg en beschermde je. Je vader was trots op jou maar probeerde je in toom te houden. Het was onmogelijk. Je leefde als een wervelwind.
Oh I cut his hair myself one night. A pair of dull scissors in the yellow light. And he told me that I’d done alright. And kissed me ‘til the mornin’ light.
Toen je meisje nog maar eens terugkwam, want je werkte op haar als een magneet, beloofde je goed te zijn voor haar. Je bruine lokken vielen lang op je rug. Je deed je best maar je uitspattingen bezorgden haar de schrik van haar leven. “Hoe kan ik je temmen, Sam?” vroeg ze, “als je het zelf nog niet kan?” Maar je wist waar je trots zat, je kracht, je energie. Toen je meisje na de zoveelste uitspatting dreigde weg te gaan, gaf je haar een schaar in het goudgele maanlicht. Voorzichtig knipte ze je lokken. Ze vielen op haar tenen en in het gras. De wind nam je kracht mee naar onbekende bestemmingen en gaf er andere mensen de energie die ze zo nodig hadden. Toen ze klaar was, zei je dat het goed was en je nam haar in je armen en de nacht was zacht en vol van liefde tot de zon opkwam.
You are my sweetest downfall. I loved you first, I loved you first.