Drentelen door de stad en rondkijken naar mensen. Straat in – waar zou ik uitkomen? – straat uit – oh hier zijn we! – plein oversteken, straat in, straat uit. Platzak dus ieder aanbod dat lonkt vanuit de uitstalramen afslaan. Mooie en hippe vitrines van luidemuziekwinkels. Toch eens binnenlopen. Na vijf minuten watertandend terug naar buiten gaan. Even wandelen, dan stilstaan en over het water uitkijken. Mobiel checken. Op zo ongeveer een half uur zijn amper vijf minuten voorbij gegaan. Geen berichten. Geen mails of facebook checken want in het buitenland valt dat duur uit. Gaan zitten en wachten. Mensenkijken, mensenkijken, mensen kijken terug.
Die twee daar. Die kijken niet, die hebben enkel oog voor elkaar. Ze staan wat onwennig te draaien en hadden elkaar voorheen nog nooit gezien. Hij probeert haar een of ander abonnement aan te smeren. Hij had er die namiddag nog maar twee kunnen verpatsen en het was al 16u30. Op die manier zou zijn bankrekening voor een eigen snowboard niet al te snel aangroeien. Zij luistert rustiger dan ze anders bij zulke venters zou doen. Hij praat kalm zonder de betekenis van zijn woorden in te schatten. Steeds hetzelfde bandje wordt afgespeeld. Voordelig. Jaja. Eerste maanden slechts 15 euro. Steeds kortingen en acties voor studenten. (Dan verandert de toon.) Ja, studenten hebben nu eenmaal geen geld op overschot. Ik ook niet, vandaar dit jobje. Schuchter lachje. Wat studeer je? Woon je in deze stad? Het snowboarden kon hem gestolen worden als hij zo een meisje kon hebben. Ze schudden elkaar de hand en zij zou geen abonnement kopen maar ze wou wel een tas koffie. Straks, om 18u. Of een snelle hap misschien. Vanavond zou ze nog niet in zijn bed liggen maar later wel. Dat wisten zij nu nog niet.
Het kostte hem veel moeite maar hij zou toch nog drie abonnementen aan de man brengen. Half Duitsland zou zo een studentenjob haten maar hij hield er best nog van, al moest hij zijn verkoopstechnieken duidelijk nog wat bijschaven. Om 18u zou hij op haar wachten aan het stadhuis. En bang zijn dat ze niet kwam opdagen. Zij kwam liever iets te laat, om niet al te gretig over te komen. Ze zouden allebei niet durven zeggen dat ze best van fastfoodketens hielden dus aten ze een broodje. Later zouden ze daar nog om lachen want nu bleven ze beiden een beetje op hun honger zitten. Enkel letterlijk dan. Want het snowboarden zou hem gestolen worden. Zij ging met hem op pad. Hij zou steeds meer abonnementen verkopen want ze hielden beiden van reizen en dat zouden ze samen gaan doen. En hij hield het bij zijn skateboard. Daar was hij goed in en zij hield er ook van. Ze zou foto’s van hem nemen met haar tientallen camera’s en ze na verloop van tijd ophangen in hun appartement. Of er een keer een wedstrijd mee winnen. En tonen aan hun kinderen later.
Ze schudden elkaar de hand en zouden een kop koffie gaan drinken. Mijn blik verschuift en ik kijk verder naar andere mensen. Oudere mensen met een wandelstok. Aziaten met een schattige baby naast me op de bank. Een groepje tienerbakvissen. Ik sta op en wandel naar het stadhuis waar mijn zus op me af komt. We gaan naar een fastfoodketen en eten een ijsje. We praten over onszelf en kijken naar de mensen.