Soms zou ik willen dat ik illustrator was zodat ik alles kon tekenen wat ik zag, want tekeningen zijn zo prettig en mensen vaak erg tekengeniek.
Dan tekende ik de kleine vrouw die de metro aan zich voorbij laat gaan, want pas de volgende zal haar helemaal naar Schiedam brengen. Het metrostel zoeft weg in zijn felle kleuren, maar zij zit daar in zwart-wit op een ongemakkelijk ijzeren bankje tegen de vale tegelmuur. Ze draagt zwartgeverfde haren en een witte pet, zo een die open is vanboven (ze had een Japanse kunnen zijn, maar dat is ze niet) en kan niet met haar voeten bij de grond. Met de tenen naar beneden zwieren haar benen zachtjes heen en weer boven de grijze, in kauwgom gehulde tegels van het perron. Niet het ongeduldig schommelen van kinderbeentjes, maar een rustig wegstervende beweging.
Lees verder