Hoe het zit

Ik was 6 toen ik een dagboek begon. Het boekje in kwestie had een foto van een paard op voor- en achterzijde en een slotje, want dagboeken zijn supergeheim. Er kwamen hele verhalen in over ruzies met mijn broer en zus. Daarna volgden de eerste kalverliefdes. In een schriftje zonder slotje schreef ik verhaaltjes over de meest gekke onderwerpen.

Ik was 11 toen de meester mijn opstel voorlas in de klas – immens trots was ik – en 12 toen ik een nieuw dagboek cadeau kreeg. Opnieuw vertrouwde ik mijn zielenroerselen toe aan het papier: verliefd op honderd-en-één jongens en een ‘Dingen die ik haat’-lijstje waarin Hollanders bovenaan stond… Woeps.

Ik was 13 toen ik de Mathildaprijs wilde winnen en met mijn buurmeisje de grote lijnen van een verhaal had neergezet. Geïnspireerd door de boeken van Marc de Bel zou ik mijn eigen jeugdroman schrijven. Urenlang zat ik te typen aan de oude computer van mijn papa. Aan 80 bladzijden kwam ik, en slechts één vriendin wist ervan. Toen kwam de pubertijd.

Ik was 14 toen ik wel eens wat probeerde te tekenen en van mijn vriendin een schetsboek cadeau kreeg. Ik heb er een paar potloodtekeningen in gemaakt, maar nam daarna weer de balpen ter hand. Dagboekfragmenten werden verhaaltjes, scènes en sfeerbeelden, hoe dramatischer, hoe liever. Ik hield het in onzekerheid voor mezelf.

Ik was 15 toen ik een blog – toen nog weblog – had en stiekem deelnam aan Write Now!, een Nederlandse schrijfwedstrijd met voorronde in Gent. Twee weken na de prijsuitreiking las ik op de website dat ik een eervolle vermelding had gekregen. Een volgende deelname nam ik persoonlijk de derde prijs in ontvangst.

Ik was 19 toen ik na een jaartje taal- en letterkunde toch kunstwetenschappen ging studeren, 22 toen ik vol energie opnieuw een blog startte, inclusief torenhoge goede voornemens, 23 toen mijn broer doodging en ik enkel nog in tranen over hem kon schrijven, 24 toen ik in Londen was en niet wist wat ik wilde, 25 toen ik in Rotterdam ging wonen en een job in marketing en copywriting ambieerde en 26 toen ik geselecteerd werd voor twee schrijfacademies. Op mijn 27ste wist ik dat marketing en copywriting niet per se voor mij waren, en mijn hart bij kunst en architectuur lag. En bij – dan toch – een Hollander in de stad van mijn leven: Rotterdam.

En nu? 29 en nog nooit zoveel met schrijven bezig geweest als nu. Het (roman)verhaal dat al jàren in mijn hoofd, schriftjes en laptop rondzweeft krijgt eindelijk vorm. De eervolle vermelding is hier voor Silvana van The Writer’s Guide (to the Galaxy) en mijn schrijfbuddies van The (not so) Secret Society of Writing Ninjas. Ook de thesis waarmee ik mezelf in 2018 graag Master in de Kunstwetenschappen wil zien worden, ontstaat stilaan onder mijn vingers op het toetsenbord.

Just so you know.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s