Een jongen viel uit de lucht
op het hoofd van een meisje
Ze huilde van pijn
Hij verzorgde haar
Grapte, ik ben de regen
zij, jij bent de vloedgolf
een fonkel in haar ogen
Ze liet hem de stad zien
Hij zei niet dat hij ze al kende
de markt, het park
zijn voetsporen waren nog vers