De M van mayonaise

Als ik vierentwintig maart tweeduizendentwaalf zou verzinnen, zou ik een donkere dag beschrijven waarop de regen met bakken uit de lucht valt en om vier uur ’s middags, zo lijkt het, de avond al is gevallen. Die weeromstandigheden weerspiegelen clichématig de gemoedstoestand van het hoofdpersonage. Celine is huilend uit het vliegtuig gestapt. Er wordt haar een paraplu boven het hoofd gehouden terwijl ze naar een auto wordt geleid die niet mag crashen in het noodweer, want haar ouders kunnen niet op één dag twee kinderen verliezen. Honderden kilometers verderop is die ochtend ook haar zus aan de reis naar huis begonnen. Terwijl in zowel Valencia als Hamburg de lucht rommelde en gromde, kregen zij de telefoontjes die hun levens hadden opgedeeld in een voor en na, in een verleden met en een toekomst zonder broer. Bij het horen van het woord dood had over het hele continent een oorverdovende donderknal geklonken.

Maar het tegendeel is waar: vierentwintig maart tweeduizendentwaalf was een hele mooie dag. De lente was stipt op tijd, de zon scheen alsof er iets te vieren viel en de enige knallen die klonken waren die van vuurwerk op een voetbalfeest waar iedereen zo nodig heen moest. Vanaf dag één had Celine aan den lijve ondervonden dat het leven in al haar achteloosheid gewoon zou doorgaan.

Toch is vandaag een mijlpaal waarop iets groots moet gebeuren. 

Ik wil groot zijn in iets kleins, zong een Vlaamse zanger. Ergens diep in de archieven van YouTube is een pixelig filmpje te vinden dat Celines broer opnam tijdens een repetitie van die zanger, op het podium van het festival in hun thuisstad. Daar te staan op een plein dat verder nagenoeg leeg was, een inkijkje te krijgen in iets wat een ander niet zag: daar kon hij van genieten. Met een eigen soort van grijns.

Hij leefde dus in een tijd van gsm’s die pixelige filmpjes maakten die je ingewikkeld met een kabeltje op je computer moest zetten en uploaden naar YouTube, waar vervolgens zo goed als niemand er ooit naar keek. Celine heeft nooit WhatsApp-gesprekken gevoerd met haar broer, hem nooit getagd in foto’s op Instagram, nooit Spotify-playlists uitgewisseld, nooit samen Netflix gekeken. Dat is wat tien jaar betekent.

Op vierentwintig maart 2022 staat Celine op en neemt meteen een douche. Ze kleedt zich aan alsof ze ergens heen gaat, smeert dagcrème op haar wangen en bedekt haar wallen met concealer. Zonder op een scherm te kijken eet ze yoghurt met fruit en noten in plaats van boterhammen met hagelslag. In de boom voor het raam dansen twee vogels. Op een andere dag zou ze misschien een app installeren waarmee ze vogels kan identificeren, maar vandaag leest ze een boek.

Terwijl ze haar kiezen breekt op amandelnoten en de vogels opschrikken van een scooter die onder hen door scheurt, leest ze elke zin drie keer. 

‘Waar ga je heen?’ vraagt S. Hij loopt met druppelend haar door de woonkamer en raapt zijn spullen bijeen. Op zijn overhemd vormen zich groeiende, donkerblauwe poelen van haast. 

Het is één van die dagen waarop ze goede voornemens heeft. Het gaat niet zozeer om het indrukken van een imaginaire resetknop, dan wel om het gegeven dat de mogelijkheid daartoe bestaat. Dit soort dagen heeft ze vaak. Op zowat elke eerste van de maand en op de eerste dag van elk nieuw levensjaar. Op de dag nadat ze voor de zoveelste keer de laatste aflevering van Friends heeft gekeken en nu toch wel weer iets moet met haar leven. En telkens wanneer vierentwintig maart in de buurt komt en het ongemak in haar lijf klotst omdat ze iets moet met die datum; de rouw omzetten in iets tastbaars, iets goeds.

Ze weet, in elk van de bovenstaande gevallen, dat niets zal zijn zoals ze het zich heeft voorgenomen. Niets zal op magische wijze veranderen, en zijzelf het allerminst.

‘Ik ga schrijven,’ zeg ze.

‘Goed zo.’ S. legt een hand in haar nek terwijl hij met de andere het koffieapparaat aanzet.

‘Over mijn broer.’

‘Voor jezelf of…?’ De vraag blijft in de lucht hangen terwijl koffie luid door twee metalen buisjes in een kopje reutelt.

‘Ik zie wel waar het heen gaat.’

Hij kust haar onder haar oor, gaat naast haar zitten, smeert een dubbele boterham met hagelslag en geeft haar de helft. Ze kauwt op de chocoladekorrels en op de gedachte dat ze vanaf vandaag zal schrijven zoals zangeressen muziek maken, uit het diepste van de ziel zodat mensen gaan janken als ze het tot zich nemen. Janken zullen ze, godverdomme.

Dus schrijft ze over gisteren. Gisteren heeft weer iemand gevraagd of ze broers of zussen heeft, en ze heeft ja gezegd, van elk één. Op dat moment leefde hij gewoon. In het hoofd van de nieuwe collega reed op dat moment in een andere stad een broer van haar rond, net zoals haar zus nog steeds in hun thuisstad woont en werkt en er twee kinderen naar school brengt. Zo zou hij met zijn BMW E30 naar de garage kunnen rijden, waar hij mentor is van de nieuwe monteurs en stagiairs. Hij zou een vriendin kunnen hebben die hij net ten huwelijk heeft gevraagd, wie weet. Maar hij geloofde niet in samen oud worden. Hij geloofde überhaupt niet in oud worden. Vandaag zou hij negenentwintig zijn.

Toen de collega meer vragen stelde, stuwde ze de woorden over haar lippen. Stuntelig vertelde ze hoe hij op een dag is vertrokken, om nooit meer terug te keren. Ze laat achterwege te zeggen hoeveel pijn het deed en doet en hoe verdomd hard ze hem mist. Dat snapt hij wel.

Er zijn mensen die fondsen opzetten, acties en goede doelen; die wandelingen organiseren, marsen en concerten; die ballonnen oplaten, liederen schrijven en beelden uit steen houwen; die jaarlijks met z’n allen koken en eten en praten. En er zijn er die naar McDonald’s gaan omdat hun broer erom bekendstond daar graag de drive-in te bezoeken om drie cheeseburgers te halen.

Celine wandelt doelloos door de stad en ziet in de verte een grote, gele M opdoemen. Met een cheeseburger gaat ze aan een mistroostig tafeltje zitten en doopt frietjes in mayonaise. Heel veel mayonaise. Mayonaise voor de eeuwige tiener die de saus zelfs bij pizza en paella at. In haar notitieboekje schrijft ze woorden op. En hij zit zomaar naast haar.

Ter nagedachtenis van mijn lieve broer Maarten 

BIO | Celine Vervaet is copywriter en maakt zichzelf daarnaast niet langer wijs dat ze in staat is pure fictie te schrijven. Het steeds weer (her)ontdekken van haar schrijverschap is een traag maar zeker proces. Korte verhalen verschenen bij De Optimist en Vers Beton.